Logo V2
Regenboog
Logo V2

Verslag symposium van 23 november 2024

23 november 2024

Op zaterdag 23 november is er door KleindierNed een symposium gehouden met de titel: "Toekomstgericht fokken met gehouden vogels"

‘Stilstaan is achteruitgang’, met deze woorden opende Sible Westendorp dit eerste symposium van KleindierNed. Als voorzitter van KleindierNed benadrukte hij het belang van het houden van dieren en tegelijkertijd ook de steeds groter wordende kwetsbaarheid van de houderij. Om toekomstperspectief te houden is uitwisseling van kennis en het samen optrekken in de maatschappelijke ontwikkelingen erg belangrijk.

Dagvoorzitter Harald Schmidt constateerde deze dag een ‘gezonde populatie in de zaal’, met meerdere nationaliteiten en een breed palet een diersoorten (papegaaien, kanaries en parkieten, sierduiven, weidevogels) aanwezig. ‘U bent een bedreigde soort’, zei hij er wel bij.

Als curator van vogels bij Blijdorp heeft de vogelliefhebberij een speciaal plekje in zijn hart. Hij heeft het verzoek om deze dag te begeleiding dan ook graag aangenomen.

In memoriam voor Michel van der Plas

Nog geen week voor het symposium zou plaatsvinden kregen we het intens droevige bericht dat Michel van der Plas plots was overleden. Michel was gevraagd als gastspreker deze dag, vanwege zijn enorme inzet voor en kennis over zeldzame vogels. In 1996 begon hij met papegaaien en zijn initiatief Stichting Papegaaienhulp groeide op tot een grote onderneming. In Drenthe staat inmiddels 4000 meter kas waar meer dan 2000 vogels worden verzorgd. In 2016 volgde de naamsverandering naar World Birds Foundation. Michel heeft veel geschreven voor de Parkieten sociëteit, maar ook veel gesproken voor Aviornis. Het was een echte verbinder, zijn netwerk binnen de dierentuinwereld was erg groot. En ook zijn sterke enthousiasme maakte dat hij veel voor elkaar heeft gekregen. Altijd was hij op zoek naar verbetering, bijvoorbeeld in huisvesting voor zijn vogels; Michel was er van overtuigd dat succesvolle fok daarvan afhankelijk was. Het verlies van Michel is een groot gemis in de avicultuur en voor allen die hem lief waren. Op deze dag stonden we daarbij stil met een minuut in stilte.

Fokken met kleine populaties en het belang van de genenbank

Jack Windig, onderzoeker bij het Centrum voor Genetische bronnen Nederland, begon zijn verhaal met een typerend voorbeeld over de essentie van vandaag: Op het eiland Isle Royal, dat bij Canada hoort komt een wolvenpopulatie voor. Deze is afgesloten van het vaste land en de inteelt liep op tot een punt waarop de populatie bijna was uitgestorven. Tot een koude winter in 1979, waarbij het meer bevroor en er een wolvenmannentje over het ijs kwam. Zijn bijdrage kwam de gezondheid van de populatie zeer ten goede. Al was deze tijdelijk, het geeft weer wat je kan doen aan inteelt en direct ook wat de gevaren zijn.

Jack waarschuwt: ‘inteelt komt vaak als donderslag bij heldere hemel.’ Je denkt misschien dat je goed bezig bent en plots is alles anders. Elk dier, ook wij mensen, dragen een serie erfelijke gebreken met zich mee. We ogen gezond, en als drager van deze gebreken merk je deze dus ook niet op. Bij paring tussen niet verwanten komen erfelijke gebreken ook niet tot expressie. Ga je verwanten kruisen, dan komt een gebrek ‘opeens’ naar voren.‘

 Een stappenplan biedt uitkomst in het maken van de juiste keuze:

  1. Kies de beste partner voor jouw dier
    1. Denk daarbij aan gezondheid, rasstandaard, karakter, en erfelijke gebreken die mogelijk al bekend zijn
  2. Zoek balans tussen fokdoel en inteelt
  3. Bepaald verwantschap tussen de hen en verschillende hanen. Zijn stamboomgegevens onbekend? DNA onderzoek geeft inzicht. En men mag aannemen dat als dieren van eenzelfde fokker afkomen dat de verwantschap van zijn/haar dieren waarschijnlijk hoger is. Gevraagd wordt hoe hoog de inteelt mag zijn, maar hier is geen eenduidig antwoord Dit wisselt per populatie en hangt af van hoe goed je je stamboom kent. Een vuistregel: zet nooit grootouders of overgrootouders in.
  4. Gebruik Mean Kinship (MK) waar dit kan. Dit is de gemiddelde verwantschap van een dier met alle dieren in de populatie. Hoe lager de MK, hoe meer variatie en des te belangrijk het dier is voor de diversiteit.
  5. Wees voorzichtig met lijnenteelt. Met lijnenteelt worden misschien goede eigenschappen veranderd, maar het risico is dat lijnen ten onder gaan aan inteelt. Jack benadrukt ‘lijnen in grote fokbedrijven zijn geen inteeltlijnen’.

Intelen is risico nemen, hoe hoger de inteelt des te hoger het risico dat je neemt. Als rasorganisatie kan je veel voorkomen met een goed inteeltbeleid.  Opgemerkt werd dat inteeltniveau zegt niet veel omdat deze altijd relatief is ten opzichte van de start van de stamboom. Ineetlniveau bepaald met dna onderzoek geeft compleet andere waarden. Ook historie is belangrijk, deze zal per ras anders zijn. Een inteelttoename is daarom een beter gegeven om naar te kijken, voorwaarde hiervoor is dat je inteeltdata van meerdere momenten nodig hebt.

Evalueer risicofactoren. Bedenk daarbij dat elk dier 2 ouders heeft, 4 grootouders, 8 overgrootouders en dat des te kleiner de populatie is des te eerder inteelt voor komt. Er zijn vaak maar een beperkt aantal dieren waar mee gefokt wordt en de beste dieren komen ook nog eens uit een beperkt aantal families. Door maatregelen in te voeren kan je hier heel goed in sturen, maar hier is goede informatie voor nodig over bijvoorbeeld het fokdoel of inteelt.

Voor een fokcirkel is geen stamboekadministratie nodig. In een fokcirkel rangschik je groepen in een cirkel en krijgt elke groep een mannelijk dier uit een vaste andere groep. Wel is vertrouwen nodig van degene waarvan je de dieren krijgt. En overeenstemming over het fokdoel is een voorwaarde. Bovendien is een fokcirkel alleen van waarde als deze lang wordt volgehouden. Succesvolle voorbeelden van fokcirkels zijn het Veluws heideschaap waarbij herders onderling dieren uitwisselen, en de Kroeskoppelikaan waarbij dierentuinen samen in vaste volgorde dieren uitwisselen.

De genenbank ondersteunt in het veiligstellen van de genetische diversiteit van zeldzame en meer gangbare rassen. In stikstof is het materiaal zeer lang houdbaar. Bovendien is het materiaal ook te gebruiken in huidige populaties. Materiaal wordt gebruikt voor ondersteuning van fokprogramma’s, voor onderzoek en als reserve om zo nodig een ras terug te kunnen fokken.

Het internationale perspectief

‘Houden van dieren als hobby wordt gezien als onzin en de maatschappelijke evolutie heeft gemaakt dat we anders naar dieren houden zijn gaan kijken.’ Ludo Pinceel, voorzitter van de World Pheasant Association WPA legt uit dat het al begint met de term ‘gevangenschap’ waarin dieren zouden worden gehouden. Hij ziet dieren houden eerder als houden in een beschermd milieu. ‘Dieren zijn onze gasten en daar zorg je goed voor, die geef je een goed onderkomen’.

Er zijn veel redenen om dieren te houden, economisch, recreatief, maar ook voor het doen van onderzoek om vanwege  het educatieve nut. En die laatste alleen al is onvoorstelbaar belangrijk. Zo is in het ‘Living Planet’ rapport van 2022 de gesteldheid van de biodiversiteit weergegeven, waarbij maar liefst 69% van de populatiegrootte van vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen is afgenomen. We moeten redden wat er te redden valt, en dierentuinen kunnen daar een belangrijke rol in vervullen. In een dierentuin kunnen diersoorten worden behouden tot mensen weer tot inkeer zijn gekomen en gebieden hebben gecreëerd om dieren weer in toe te laten. Helaas gaat dat niet altijd goed, Ludo haalt een pijnlijk voorbeeld aan van een herintroductieprogramma uit de jaren 80 waarbij eieren waren verzameld, uitgebroed onder kippen, allemaal losgelaten en vervolgens alle dieren waren opgegeten.

Voor in situ, levend behoud, in een beschermd milieu is medewerking van lokale bewoners essentieel, want zij kunnen helpen met het beperken van natuurlijke vijanden van een soort.

WPA zet zich al lange tijd voor de Hamerhoen. Hier hebben ze ook moeten leren, Nesten werden leeggehaald door kinderen die eieren mee naar huis namen om op te eten. Nestbescherming en aankoop van stranden was een deel van het uiteindelijke succes. Een ander succesverhaal is een project op Pipar dat al sinds 1983 loopt en waarbij scholen worden betaald om mee te doen in het behoud, in plaats van de natuurbescherming.

Verlies van soorten is er, maar samenwerking maakt veel mogelijk. Niet alleen om soorten te kweken, maar zeker ook zo om bijvoorbeeld ouderparen te leren hoe ze hun jongen moeten verzorgen.

Ontwikkelingen en rol van dierentuinen

Philippe Helsen, hier aanwezig namens de hoog aangeschreven Centre for Research and Conservation – KMDA zoo in Antwerpen start met een extra uitleg hoe dierentuinen vroeger zijn ontstaan. Dierentuinen zijn ontstaan als plekken waar rijke mensen naar toe konden gaan om dieren te bekijken. Het begon met eieren van exotische vogels die diertuinen uitbroeden. Toen regelgeving dit verbood zijn open populaties veranderd naar gesloten populaties. Er was geen data, er was geen fokdoel, dit is allemaal later pas ontwikkeld.

CRC werkt met het programma ZIMS, waar iedere levend dier een eigen pagina heeft. ‘systemen maken het minder complex om de juiste keuze te maken’, legt Philippe uit, maar ‘eerst moet de demografie goed zitten. Eerst de dieren, daarna de genetica’.

Een kanttekening die hij maakt bij computerprogramma’s is dat zij afhankelijk zijn van de mens, ze hierom wel veel aannames bevatten. Als de vraag oprijst op een soort wel ‘echt’ is, dan is een vergelijking van dna van levende soorten met dode dieren uit musea zeer interessant.

Ook PMx is een softwareprogramma dat gebruikt wordt door dierentuinen voor populatiebeheer, verwantschap en meankinship. Maar, benadrukt Philippe, naast de genetica is ook het kijken naar gedrag van groot belang. Het gaat om een holistisch management, waarbij ook gekeken moet worden naar bijvoorbeeld leeftijdsverschil tussen mannelijk en vrouwelijk dier, of ervaring die beide dieren hadden voor de paring. 

Zijn boodschap aan de kwekers in de zaal is om zoveel mogelijk van het materiaal dat je hebt bij te houden. Genetica kan veel bewaren, maar die levende populaties zijn echt nodig. Ook gedrag wordt daarmee levend gehouden en overgedragen.

Over de succesvolle fok en herintroductie van Lears Ara’s

Rafel Zamora is wetenschappelijk directeur van het Loro Park Tenerife. In een videopresentatie legt hij uit dat het Loro Park het grootste papegaaienpark ter wereld is  en conservatie voor hun ook steeds belangrijker is geworden. Er is zeer nauw contact met kwekers over de hele wereld en elke 4 jaar organiseren zij een congres.

Het succes zit hem in het samenwerken tussen kwekers en professionals in de conservatie. Zo is voeding erg belangrijk en is het soms een hele zoektocht naar de juiste zaden. Maar ook het in kolonies zetten van je dieren waarbij paren elkaar kiezen. Of het gebruik van natuurlijke zitstokken. Het veranderen van een omgeving in een hok, om meer een veranderende natuurlijke omgeving na te bootsen. Een gezelschapsvoiliére waarbij jonge dieren van elkaar leren. Het zijn allemaal tips die zij van kwekers hebben gekregen en die hebben geleid tot succesvolle broed.

Philippe spreekt de zaal toe ‘je mag trots zijn op jezelf, als kweker ben je onderdeel van het succes van de papegaaien, waar inmiddels al 12 soorten zijn gered van uitsterven.’

Focusgroepen en het belang van registratie

Rick Fonteyn is bestuurslid van AVIORNIS Vlaanderen en bestuurslid van de World Pheasant Association WPA. En, zo introduceert hij zichzelf ‘tevens een horecaman’. De link met horeca en houden van vogels is eenvoudig, beide hebben te maken met registratie. Elke handeling in de horeca kent een checklist.

Vogels waar Rick zich mee bezig houdt en binnen Aviornis zijn vertegenwoordigd worden gezien als wild, en zo worden ze ook behandeld. Voor succesvol behoud is kennis, nodig, conservatie, organisatie en begeleiding. Deze zijn met behulp van Focusgroepen georganiseerd. Focusgroepen zijn geen diereigenaar , maar zijn gericht op dieren aanschaffen en dieren houden. Per regio is er een centraal aanspreekpunt en coördinatie voor een vogelsoort.

Rick legt uit dat focusgroepen niet zonder stamboekbeheer kunnen, het beheer is een combinatie van administratie en van kwekers. ‘In de praktijk gaat dit niet vaak samen, want veel kwekers houden niet van administratie’. Toch kunnen we er niet onderuit, het stamboekprogramma helpt in wat we allemaal willen, namelijk het behoud van een soort’. Welk programma dan wordt gebruikt maakt minder uit.

‘Als kwekers mogen we niet stilstaan. En is het belangrijk om met aantallen te kunnen spreken. Dit kan ons helpen in het verdedigen van onze hobby’.

De kansen van fokcirkels
Deze duopresentatie is gegeven door Klaas van der Hoek en Agnes de Wit. Klaas is bestuurslid van de Friese Hoender Club, en actief in verschillende organisaties voor het behoud van erfgoed. ‘Erfgoed blijft er alleen toe doen als je er ook wat mee doet. Het moet levend blijven’ , is de constatering die ze nu ook bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed doen.

Behoud van diversiteit van oorspronkelijke rassen, het ‘levend erfgoed’, is een verantwoordelijkheid die het ministerie heeft uitbesteed aan onder andere het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (CGN). Agnes legt uit dat de genenbank momenteel voor landbouwhuisdierrassen en gewassen is ingericht, en dat sinds kort ook de aquatische hoek is toegevoegd. Van wat in de genenbank ligt is 99% sperma, daarnaast is er nog een kleine hoeveelheid eicellen en embryo’s en dna, deze laatste vooral om extra onderzoek te kunnen doen naar eigenschappen. Materiaal wordt verzameld in samenwerking met rasorganisaties, soms wordt contact gelegd vanuit particuliere fokkers. Ook vanuit KI organisaties wordt materiaal gegeven.

Elke diersoort kent een ander invriesprotocol, net als de vloeistof of het aantal cellen dat in een rietje wordt gestopt. Hetzelfde geldt voor het inseminatieprotocol en het aantal rietjes dat per inseminatie wordt gebruikt. Het verschil wordt duidelijk door de vergelijking van een rund ten opzichte van een duif. Volume van duivensperma is minder dan een druppel en het aantal cellen per rietje voor duiven is nog onbekend. Er is nog zo weinig succesvol gewonnen dat er ook nog te weinig materiaal is voor onderzoek. Het uitgangspunt van de genenbank is om genoeg rietjes in te vriezen om een ras succesvol terug te fokken. Is het eenmaal ingevroren dan gebeurt dit op

-196 graden en zou het materiaal duizenden jaren goed moeten blijven.  Maar er is nog een hoop te onderzoeken.

Klaas vervolgd met een uitspraak die hij zijn vader hoorde maken ‘tja, de inseminator is weer langs geweest, maar helaas weer geen dracht’.  Het is zo makkelijk nog niet.

Binnen de Friese Hoender Club zijn er 2 fokcirkels, voor roodpel en zilverpel. Uitgangspunt van een fokcirkel is ‘je doet het met elkaar’. Binnen de cirkel krijg je als fokker 2 of 3 jonge hanen van een collega fokker waar je er zelf alsnog eentje uit mag kiezen. Fokcirkelleden komen periodiek bij elkaar om het over de dieren te hebben.

Klaas benadrukt dat in de kippenwereld zowel wedstrijdfokkers als ‘liefhebbers’ dieren hebben. Maar beide zijn belangrijk voor behoud van genetisch materiaal, dus is de fokcirkel voor beide type houders om aan deel te nemen. Hoe meer fokkers meedoen aan de cirkel hoe beter de beperking van inteelttoename, en daar is het ten slotte om te doen.

Kippen vallen onder gedomesticeerde dieren, en dat maakt ze minder natuur en meer cultuur. Toch zijn er veel overeenkomsten met voorafgegane sprekers. Ook binnen de Friese Hoender Club werken ze met een fokdoel, met stamboekadministratie en met een ‘rascommissaris’.

‘We delen vandaag het belang van het instand houden van oude genen’.

De dag wordt afgesloten met een samenvattend woord van Harald waarin hij bevestigde wat sprekers al aangeven; voor het behoud van dieren heb je aantallen nodig. En dus dierentuinen én particulieren met eigen locaties. Uit de vragen van deelnemers blijkt de actualiteit van de thema’s en uitdagingen die ter sprake zijn gekomen vandaag. Sprekers worden bedankt met luid applaus en met 2 boeken naar keuze.

Presentaties worden niet gedeeld, in plaats daarvan is het verslag gemaakt en worden hieronder nog wat links gestuurd voor verdere verdieping:

 Meer over fokkerij en inteelt is te lezen en te zien op www.fokkenmetverstand.nl

Parkieten Sociëteit 2023 | Privacyverklaring | Algemene voorwaarden 

Na 19:00 uur bereikbaar op telefoonnummer: 0545 47 72 07